Deeg:
rasp van 1 citroen
250 gr zelfrijzende bloem
80 gr suiker
150 gr boter ( kamertemperatuur )
1 ei
mespunt zout
Vulling:
325 gr mascarpone
1 vanillestokje
100 gr suiker
2 eieren
50 gr bloem of maizena
3 appels: boskoop of jonagold ( geschild, klokhuis eruit, in dunne partjes gesneden en overgoten met het sap van de citroen. Heb je niet genoeg sap neem dan een extra citroen en gebruik de rasp ook om in de vulling te doen...)
Hoe maak je deze taart?
Begin met het deeg.
Meng alle ingredienten goed door elkaar tot je een samenhangend deeg hebt, laat het koelen in koelkast.
Neem een taartvorm met hoge rand, of een springvorm, van 24 of 26 cm diameter. Bekleed met bakpapier.
Rol het deeg uit, dat gaat niet zo vlot, werk dus snel eer het deeg te warm wordt, gebruik beetje bloem om plakken te voorkomen. Als je deeg scheurt, werk dan met stukjes deeg bij, dat zie je bij dit deeg niet ... zorg wel dat de randen mooi zijn en het deeg overal gelijkmatig verdeeld is.
Prik de bodem in met een vork.
Meng daarna de mascarpone met de suiker, de eieren, vanille, bloem of maizena. Giet het sap van de appels en meng dat ook onder de vulling, ook de rasp vd tweede citroen als je die gebruikt hebt.
Giet dat in de taart, en beleg mooi cirkelvormig de vulling.
Bestrooi eer de taart de oven in gaat de appel met 40 gr suiker met kaneel gemengd.
zet in voorverwarmde oven van 180° C en bak 50 à 60 min, doe de priktest.
Voor de glans kan je afdekgelei of abrikozengelei verdund met water en verwarmd, over de appels strijken.
Laat koelen.
Het is een behoorlijk machtige taart, zeker genoeg voor 8 personen.
Geniet ervan.
