Zoeken in deze blog

maandag 27 december 2010

Wildragout met paddestoelen, witloof en veenbessen. ( Jeroen Meus )

De ingrediƫnten in dit recept zijn voor 4 personen. Wil je dit voor meer of minder personen klaarmaken? Dat kan: 1 persoon 2 personen 4 personen 6 personen 8 personen
ingrediƫnten
de ragout:
1 1⁄2 kg stoofvlees van hert (schouder)
3 uien
1 fles rode wijn
1 eetlepel bloem
3 eetlepels veenbessenconfituur
enkele takjes verse tijm
enkele blaadjes laurier
enkele peterseliestelen
2 kruidnagels
4 jeneverbessen
peper
zout
de veenbessensaus:
250 g veenbessen
2 dl water
2 eetlepels suiker (of iets meer, naar smaak)
de witloofstronkjes:
4 stronkjes grondwitloof
nootmuskaat
een snuifje suiker
boter
peper
zout
de bospaddenstoelen:
200 g bospaddenstoelen of paddenstoelen naar keuze
1 sjalot
1 teentje look
boter
peper
zout
de afwerking:
diepvrieskroketten
bereiding
de ragout:
Pel de uien en snipper ze vrij grof.
Verwarm een ruime stoofpot op een matig vuur. Smelt er een klontje boter in en voeg de uien toe. Laat de uien bruin bakken, waardoor ze een zoetere smaak krijgen. Roer regelmatig om.

Verwarm een braadpan op hoog vuur en smelt er een klontje boter in. Korst hierin de stukjes hertenvlees. (Bak een grote hoeveelheid vlees in meerdere beurten. Er mag niet te veel vlees in de pan liggen.) Kruid het vlees tijdens het aankleuren met wat peper van de molen en een snuifje zout.
De stukken vlees hoeven binnenin niet gaar te zijn.
Hou de braadpan even aan de kant.

Voeg het vlees bij de gebakken uien en strooi er wat bloem over. Dat zal de ragout een beetje binden. Meng goed en laat de bloem enkele minuten meebakken op een zacht vuur.

Giet de wijn in de braadpan waarin je het vlees hebt gebakken. Roer alle aanbaksels los en laat de alcohol wat verdampen (deglaceren).

Giet de warme wijn in de stoofpot.

Kneus de jeneverbessen en stop ze samen met de kruidnagel in een thee-ei. Leg het thee-ei samen met een bouquet garni (dat je maakt met de tijm, het laurier en de peterseliestelen) in de stoofpot met vlees. Doe ook wat veenbessenconfituur in de pot en roer alles om. Laat het gerecht een tweetal uurtjes sudderen op een zacht vuur.
de veenbessensaus:
Doe de verse veenbessen in een kookpot, schenk er water bij en voeg de suiker toe. Laat de bessen een half uurtje sudderen op een zacht vuur.
de witloofstronkjes:
Met het puntje van een aardappelmesje verwijder je het harde gedeelte onderaan de witloofstronkjes. Snij een kegelvormige inkeping, zodat er geen blaadjes loskomen.

Wie een stoomoven bezit, kan het witloof stomen. Als je geen stoomoven hebt, smelt dan een klontje boter samen met een beetje water in een brede kookpot. Schik de stronkjes witloof erin en zet het deksel op de pot. Gaar het witloof op een zacht vuurtje. Laat daarna het witloof wat afkoelen en knijp het vocht eruit.

Smelt een klontje boter in een pan op een zacht vuur. Bak hierin de witloofstronkjes tot ze licht goudbruin zijn.
Kruid met peper, zout, nootmuskaat en een snuifje suiker.
de bospaddenstoelen:
Snipper de sjalot fijn en plet de look met de vlakke kant van je mes.

Tip: Voor de mengeling van bospaddenstoelen kan je kiezen voor bv. trompettes de la mort, girolles of cantharellen, pied de mouton of gele stekelzwam...
Maak (indien nodig) de paddenstoelen schoon met een droog doekje of een borsteltje. Als de onderkant van de steeltjes verhard is, dan kan je die afsnijden.

Snij de grotere paddenstoelen met een scherp mes in stukken.
Smelt een klontje boter in een braadpan, en bak daarin de sjalot, de look en de paddenstoelen op een matig vuur.
de afwerking:
Haal het bouquet garni en het thee-eitje met kruiden uit de ragout.
Bak kroketjes (of maak een aardappelbereiding naar keuze).

Serveer een schep ragout met een stronkje witloof, wat gebakken paddenstoelen, een lepeltje veenbessensaus en enkele kroketten.