Pruimentaart

Voor 6 taarten van 22 cm diameter ( op het smalste deel geteld )

Vlaaiendeeg van Lili, overgenomen door ons mama.

1kg bloem
150 gr suiker
40 gr droge gist ( twee blokjes verse gist )
2 ei
4 dl melk
300 à 350 gr boter
 geut olie
snuf zout.

Alles kneden, niet te lang, is een 'kort""' deeg.

Deeg verdelen in porties, ongeveer 350 gr deeg per taart.
Zeker een uur, anderhalf uur laten rijzen. Leg er een droge theedoek of een propere plastiek over zodat er geen tocht aan kan. Moet op warme plaats rijzen.

Ondertussen de pruimen wassen, in vier snijden, pit verwijderen.
Bestrooien met een mengsel van fijne suiker en kaneel en besprenkelen met citroensap.

Per taart tel je op ongeveer 800 gr gekuiste pruimen.

Deeg uitrollen, niet te veel mee prullen, kort deeg houdt daar niet van!
In taartvorm doen ( die je eerst ingevet hebt en met bloem bestrooid ) en inprikken.
De randen doreren, ( met losgeklopt ei met een beetje melk of olie bestrijken om een mooie glans te krijgen ) en de pruimen op het deeg beleggen. Begin aan de buitenste rand en werk zo mooi naar binnen toe. Mag rijkelijk gevuld worden.

Afbakken op 170 graden, 35 à 40 minuten. Hou het in het oog, de ene oven is de andere niet.
Ik bak met warme lucht en bak er drie tegelijk.
In een oven met boven en onder verwarming bak je op hogere temperatuur: 180 graden.

Laat de taarten even afkoelen en ontvorm ze dan op een taartrooster.